9 januari. Veel onweer voorspeld. De meesten gaan niet vliegen, maar ik declareer een 400 retour, die mij zojuist was afgepakt door
Hans Wisselink en Lodewijk de Beukelaar. Als er weinig goeds van het weer te verwachten is, of er door de thermiekverdeling geen driehoek in zit,
dan probeer ik maar een retour. Ik ontsnap net voordat Gariep dichttrekt, kom 30 km voor het keerpunt in een volledig thermiekdood gebied aan
en heb uiteindelijk mijn handen vol om thuis te komen
10 januari. Dat wordt een gedenkwaardige dag. De voorspelling is exreem zware onweders. Ik declareer weer een 400 retour. Na de start gaat het niet best
Het lijkt wel of alles wat thermiek geeft direct een CB wordt. Het grappige is dat er niet meer dan 2 meter/sec stijgen zit. Na 50 km kom ik
een onweersfront tegen. Normaal zoek ik een gaatje, maar de gemiddelde snelheid was maar 100 km/u. Geen lol aan en ik breek af.
Tien km van Gariep blijkt er tussen mij en het veld een onweerslijn te zijn ontstaan zoals ik nog niet heb gezien! Keith beantwoordt mijn vraag of het veld landbaar is
met: vanuit het noorden niet, maar vanuit het westen wel. Laat ik nu uit het noorden komen.... In het hele front zit maar één plekje waar het niet zwaar regent
Ik meldt Keith, die zijn handen vol heeft aan de zweefvliegers die in paniek van alle zijden aanstormen, dat ik er door ga. in dat soort gevallen
klim ik altijd zo hoog mogelijk omdat daalwinden en zware regen de glijhoek sterk negatief kunnen beinvloeden. Bovendien wil ik bij aankomst boven het veld graag
kunnen wachten op mensen die het maar net kunnen halen. Ik klim naar 2700 meter, zet 180 km/u op de klok en steek richting het kleiner wordende gaatje
waar het nauwelijks regent. Het begint desondanks te regenen. Het vliegtuig wordt wild heen en weer gesmakt en dan gaat het mis. Ik zie ineens wolkenflarden naast me
kijk op mijn instrumenten en zie dat ik met 10m/s naar boven ga om op het zelfde moment alle zicht te verliezen. Erg vervelend zonder kunstmatige horizon.
Die heb ik ten faveure van mijn transponder dit jaar thuisgelaten. Ik moet aan Otto Foelkel zijn landing in Oost Duitsland denken. Ik gooi de kist op zijn kant en open heeeel
voorzichtig en langzaam de remkleppen en rol uit op tegengestelde koers op mijn GPS. Na 20 erg lange seconden heb ik weer grondzicht.
De kleppen laat ik nog een paar minuten open en sluit ze pas als ik 500 meter onder de basis op 2200m zit. Het gaatje is nog nauwelijks zichtbaar.
In de herkansing kom ik er zonder kleerscheuren door terwijl horen en zien vergaat en de kist naar alle zijden wordt gesmakt. Mijn wiel doe ik vroeger uit dan
gewoonlijk omdat ik me bedenk dat je dat nu juist onder dit soort toestanden het makkelijkst vergeet. De landing verliep vlekkeloos, een eitje.
Pas na de uitloop bleek ik nog 80 lieter water te hebben..Vergeten...Tja.
Ik had niet zo hoog met mijn steek moeten beginnen onder deze omstandigheden. Dom. Weer wat geleerd.
Vandaag 11 januari weer die 400 retour gepland. Er is geen onweer voorspeld in de buurt en de meteo geeft in een uitgebreid gebied 4 tot 5 meter stijgen.
Nadat alle OLCers weg zijn start ik van baan 15 en klim vlot naar 2500 meter. Om halftwee gaan we over de startlijn op 1900 meter en na 20 minuten
worstelen kom ik op 1300 meter voor een grote thermiekloze strook die overgestoken moet worden. Dat schiet niet op. Ik breek af, vlieg in iets meer dan
tien minuten terug
naar Gariepdam. In een mooie vijf meter bel klim ik opzettelijk niet naar de basis maar start dit maal op 1600 meter en vlieg daarna weer een bel van
5 meter aan, die ik tot 3000 meter uitklim. Dat bleek voorlopig de laatste bel van meer dan 2 meter en ik kom uiteindelijk op 500 meter terecht.
Het ziet er prachtig uit, maar de ene wolk na de andere geeft alleen maar dalen en somige smijten me heel gniepig ook nog drijfnat.
30 km voor het keerpunt gaat het weer wat beter en het lukt om op de terugweg telkens in minimaal 4 meter stijgen te draaien. Overal kleine buitjes,
waarvan één me ook nog totaal onverwacht trakteert op een oorverdovende bliksemknal. Ach ja, de meteo...... Vlak voor een buitje
vind ik m'n laatste bel naar 2500 meter en zit bijna op glijpad voor Gariepdam waar ik op 600 meter minimaal moet finishen.
Hoewel ik op een gegeven moment 250 km/u indicated vlieg blijft de kist stijgen. Ik zie een grondsnelheid van 300 km/u. Na de finish,
blijkt er een snelheid uit te rollen van 152.37 km/u. Daarmee is het een nieuw 15 meter, 18 meter, en open klasse record.
Een wel bestede maar kwa weer niet zo'n buitengewoon goede dag.
11 januari 2015
Het komt op de foto niet goed uit. Maar, het was echt een zwarte buienlijn met een aaneengesloten regenfront
Brigitte is trots op haar nieuwe rok die de kleermaker in Colesberg op haar aanwijzingen heeft gemaakt
De kaart voor de onweersverwachting van 10 januari. Vaak zijn die kaartjes verbazend nauwkeurig.
Het witte gedeelte west van Gariepdam betekent "thermiekloos". Dat komt omdat daar zware onweders zelfs de vogels naar beneden spoelen. Het vervelende was dat het gebied niet meer daar lag om 5 uur, maar zich had verplaatst og had uitgebreid naar het gebied ten noorden van Gariepdam.