Kwam ik op internet tegen en hoor de discussie al op de strip... en hier de link: http://www.tekstportaal.nl/tekstportaal ... efvliegen/
Tekstportaal Taaltip; Vervoeging werkwoord ‘zweefvliegen’
ik zweefvlieg
jij/hij/zij/u zweefvliegt
wij/jullie/zij zweefvliegen
ik/jij/hij/zij/u zweefvliegde (en niet zweefvloog)
wij/jullie/zij zweefvliegden (en niet zweefvlogen)
ik heb gezweefvliegd (en niet gezweefvlogen of zweefgevlogen)
jij hebt gezweefvliegd (en niet gezweefvlogen of zweefgevlogen)
hij/zij heeft gezweefvliegd (en niet gezweefvlogen of zweefgevlogen)
wij/zij hebben gezweefvliegd (en niet gezweefvlogen of zweefgevlogen)
u hebt gezweefvliegd (en niet gezweefvlogen of zweefgevlogen)
Vervoeging werkwoord ‘zweefvliegen’
Re: Vervoeging werkwoord ‘zweefvliegen’
Inderdaad, het blijft leuk wat voor varianten mensen soms verzinnen. Als hier een discussie -zucht alweer- over gaat waar ik bij ben, dan trek ik vaak de vergelijking met 'stofzuigen'.
Re: Vervoeging werkwoord ‘zweefvliegen’
Laat mij maar vliegen in een zweefvliegtuig dat klinkt stukken beter...