7 januari. Na 6 dagen slecht weer ziet het er redelijk uit. De meteo geeft echter lage basis en matig stijgen.
De OLC vliegers gedragen zich alsof het een duizend kilometer dag gaat worden. Opwinding stress, etc.. Ik doe rustig aan en
mik op de laatste start.
Reeds voor de start ontstaan er grote buien. Ik laat me naar 500 meter slepen en dat blijkt net iets hoger dan de wolkenbasis
Zo extreem slecht was het nu ook weer niet voorspeld. 1,5 m/sec stijgen is hier en daar te vinden, maar de overal ontstane buien
zuigen grote gebieden thermisch leeg. De basis gaat naar 1000 meter, maar dat is niet veel als een eindje verder de grond ook nog eens 400 meter stijgt.
De voor de aardigheid gedeclareerde opdracht blijkt niet te kunnen worden gevlogen, omdat de startlijn en de rest van het
traject door grote buien overspoeld wordt.
Vandaag vliegen was echt een vergissing. We vliegen nog een bescheiden rondje en gaan snel aan een glaasje wijn op het terrasje van Greendoors,
waar we het net droog houden. We gaan geduldig wachten op beter weer.
8 januari. Het zelfde weer als gisteren en morgen wordt het niet beter. Tijd voor allerlei zaken die zijn blijven liggen.
Voor de volledigheid volgt hier de nasleep van het slangenincident. De locals hier identificeerden het beest als een cobra,
(dat uiterst giftige type dat door fakirs gebruikt wordt met de blokfluit en mand act). Echter, de onze had die brede hals niet. De tweede
plaats bij het vaststellen van het type werd ingenomen door de Mamba. De doodelijkste op het Afrikaanse continent. Echter, nadat ik zelf
op internet tientallen slangen met de onze had vergeleken, viel die ook af. Al was het alleen maar omdat de Mamba in zuidAfrika helemaal niet
voor komt volgens de kaartjes die de verdeling van deze typen weergeven. Eigenlijk hebben ze hier maar twee soorten die gevaarlijk zijn en
dat zijn de Cobra en de Pofadder. Ik stuurde de foto van onze slang op naar het "South African institute for snake bites", met de vraag:
"welke slang is dit". 's Avonds, toen we gingen eten bij Greendoors had ik de foto bij mij en trof een echte zuidAfrikaanse boer die er
echt verstand van had. Dat moet natuurlijk ook wel als je je dag en nacht op het land begeeft. Hij keek 5 seconden naar de foto en zei:"
it is a brown house snake". Niet giftig en wordt vaak door mensen in de tuin gehouden omdat hij zo leuk de ratten en muizen weg houdt.
Toen ik thuis kwam na het eten lag het oordeel van het voornoemde instituut in mijn postbus:"its a harmless Brown house snake!".
Hij kan wel gemeen bijten, maar alleen in het nauw en giftig is hij niet.
Dat weten we dan gelukkig ook weer. Het gevolg is dat ik me weer een stuk comfortabeler voel als ik smorgens bij het vliegtuig alles
klaar maak voor de dag. Na de aanvankelijke indianenverhalen van sommige locals was ik echt een beetje benauwd geworden.
Dat alles neemt niet weg dat we iedere slang die in de buurt komt proberen te vermoorden. We weten er te weinig van om het risico
te nemen om een gevaarlijke voor een ongevaarlijke aan te zien. Oud Nederlands gezegde:"de goeden moeten onder de kwaden lijden".
8 januari 2017
6 januari. Na 4 dagen regen is het eindelijk droog. Niet dat er thermiek is, want het is geheel bewolkt en erg koud.
Het stuwmeer is weer op niveau na alle regen. Het platform van het vliegveld ook. Hoe goed het weer ook mag worden de komende dagen, ervaring leert dat als het land drijfnat is de thermiek nu niet bepaald "je dat" is.
7 januari gaat het hard. Al voor 12 uur overal buien.
De start van baan 15 te Gariepdam. De eerste zweefvlieger komt alweer landen op baan 28. De basis zit op 500 meter en door de buien ontstaan er grote thermiekloze gaten.