Ook de onredelijke opstelling van het bestuur van deze stichting is in dit forum belicht.
Nu laat ook de KNVvl bij monde van zijn voorzitter Frits Brink weten deze bezorgdheid te delen.
Hij spreekt van het "ten onder gaan van de toekomst van Terlet" en van "conflicten die in redelijk overleg oplosbaar zouden moeten zijn"
Als we deze diplomatieke uitspraken vertalen dan wordt er gesteld dat door de buitengewoon halstarrige opstelling van het SZT-bestuur op irreeele wijze het voortbestaan van Terlet als zweefvliegveld ernstig wordt bedreigd.
Ook de KNVvL krijgt geen zinnig inzicht in de financiele situatie van de SZT.
Gezien de fanatieke manier waarop de financiele stukken aan openbaring worden onttrokken moet het vermoeden ontstaan dat er nog veel meer aan de hand is dan alleen maar een zuivere financiele catastrophe, die op zich zelf al ernstig genoeg is.
Hieronder vindt U het verslag van de voorzitter van de KNVvL
Kort na mijn aantreden als voorzitter werd ik op de hoogte gesteld van een zakelijk conflict tussen twee partijen die op het voor ons belangrijke zweefvliegcentrum Terlet een belangrijke rol vervullen. De SNZT, de stichting die in het verlengde van de verantwoordelijkheid die de KNVvL ooit droeg voor Terlet nu de rol vervult van overkoepelende beheersstichting, en de SZT, de grootste gebruiker van het veld, bleken vergaande verschillen van mening te hebben over onder andere financiële verplichtingen over en weer. Naar de wijze van zien van het hoofdbestuur van de KNVvL, en het afdelingsbestuur Zweefvliegen, leek het van belang voor de continuïteit van het zweefvliegcentrum om te proberen door bemiddeling het zakelijk conflict op te lossen. In de afgelopen maanden zijn vele gesprekken gevoerd met de betrokkenen. Van de zijde van de KNVvL ben ik terzijde gestaan door de vice-voorzitter, de voorzitter van de afdeling zweefvliegen en de directeur. Op mijn verzoek is een onafhankelijk persoon, de heer Fledderus, oud-directeur NOC*NSF, om advies gevraagd. Hij is bij een aantal gesprekken betrokken geweest en naar aanleiding daarvan is er een convenant tussen beide partijen voorgesteld.
Ook is financiële expertise ingezet om duidelijkheid te krijgen over de betwiste vorderingen en de financiële situatie bij beide stichtingen. Na een klein jaar moet ik nu helaas vaststellen dat het moeilijk lijkt het geschil op te lossen zonder een gang naar de rechter. Ik betreur dat in hoge mate. Niet alleen vanwege de hoge kosten die hiermede gepaard gaan, maar vooral ook het gevaar dat door een langdurige rechtsgang een oplossing op zich laat wachten, en de aktiviteiten op Terlet op termijn ernstig in gevaar kunnen komen. Met andere woorden: de toekomst van ons paradepaardje het Nationaal Zweefvliegcentrum lijkt ten onder te gaan aan conflicten die naar mijn mening in redelijk overleg oplosbaar zijn!
Van de zijde van de SNZT heb ik uitvoerige documentatie ontvangen die een goed beeld geeft van de financiële situatie van het veld. Helaas is de van SZT ontvangen financiële documentatie zo beperkt dat het moeilijk is tot een spoedige oplossing te komen. Door SZT wordt als reden aangevoerd dat het verschaffen van uitvoerige documentatie niet mogelijk is zolang "de zaak onder de rechter is". Mijn inzet was echter deze rechtsgang te voorkomen, daartoe had ik namens de KNVvL gesteld dat volledige inzage in de financiën van beide partijen diende te worden gegeven en dat de bereidheid diende te bestaan voor de toekomst een eventuele andere en wellicht betere bestuurlijke structuur voor Terlet te overwegen. Het zakelijk conflict staat een verdere ontwikkeling van het Nationaal Zweefvliegcentrum ernstig in de weg.
Op dit moment lijkt een onverkwikkelijke patstelling te bestaan. Dat is niet in het belang van zweefvliegend Nederland. En zeker ook niet in het belang van de overige gebruikers vanTerlet. Met de voorzitter van SZT heb ik afgesproken nog een keer op korte termijn aan tafel te zitten. Ik hoop nog steeds dat we een redelijk begaanbaar pad kunnen vinden om de reuring op Terlet te kunnen omzetten in een positieve energie die we hard nodig zullen hebben om een toekomstvast centrum te kunnen ontwikkelen. Graag zou ik u daarover spoedig willen berichten.
Frits Brink
Voorzitter KNVvL