Volgens de goden (CIV?) die dit examen afnemen geeft een hoogtemeter als de luchtdruk stijgt van 1005 naar 1015 mb plus 80 meter aan.
Mijn hoogtemeter geeft min 80 meter aan
De gele driehoek op een snelheidsmeter geeft de approach speed aan. In het antwoord gaat men over een gele boog praten en geeft daarvoor een twijfelachtige uitleg. Maar de vraag gaat niet over een gele boog dus het antwoord is gewoon fout.
Verder is een witte boog het gebied waarin flaps gegeven kunnen worden. De antwoorden hebben het over het openen van kleppen.
Hopelijk worden de opgaven door iemand nagekeken die er verstand van heeft.....
Examen plus antwoorden:
Instructeursexamen Zweefvliegen 13-2-2010
Instrumenten 30 minuten
1. a. Geef een schets en een uitleg van de werking van de pneumatische snelheidsmeter.
b. In de wijzerplaat van een snelheidsmeter komt een aantal kleurcoderingen voor.
Wat wordt aangegeven door:
-de groene boog
- de witte boog
- de gele driehoek
- de rode radiale streep
c. Wat gebeurt er met de aanwijzing ten opzichte van de werkelijke luchtsnelheid op
grotere hoogte?
d. Wat is het verschil in snelheidsmeter-aanwijzing op het moment van overtrekken
op 0 m hoogte en op 1000 m hoogt
2. a. Leg uit wat wordt verstaan onder TE en wat hier het voordeel van is.
b. Welk instrument heeft een TE compensatie en welke methode of methoden van TE
compensatie kent u?
c. Maak een schets van deze/een methode en geef daarbij een toelichting
3. ’s Ochtends start u met de ASK-21 voor een vijf-uursvlucht. (Lokaal, hoogtemeter
op QFE ingesteld). Tijdens de vlucht stijgt de luchtdruk van 1005 mb. Naar 1015 mb.
Wat wijst de hoogtemeter aan bij de landing
4. a. Beschrijf of schets de werking van een Bohlikompas.
b. Welke zijn de voor- en nadelen van dit kompas.
5. Leg uit wat het voordeel is van het gebruik van een final-glide computer ten opzichte
van een MacCready-ring bij een wedstrijd.
Antwoorden Instrumenten 13-2-2010
a) Antwoord vraag1 op blz.149
b) Witte deel = kleppen mogen worden geopend/gebruikt. (op de meeste snelheidsmeters
niet meer aangebracht).
Groene deel = veilig vlieggebied.
Gele deel = voorzichtig bij turbulent weer ivm. mogelijk zware belasting van het
zweefvliegtuig.
Rode streep = snelheid die niet mag worden overschreden. (Vne)
c) In de standaard atmosfeer neemt de luchtdichtheid rho met de hoogte af. Bij een
gegeven vliegsnelheid V ten opzichte van de lucht (= 'true airspeed TAS') neemt dus ook
de dynamische druk q = 1/2 rho V^2 af. De aangewezen luchtsnelheid is dus te laag
vergeleken met de ware luchtsnelheid
d) Het verschil is 0.
Antwoord vraag 2 Blz. 156,157,158
a.) TE = totale energie. Wanneer men bij een oversteek met vrij hoge snelheid een
thermiekbel aanvliegt moet men de snelheid verminderen, wat ook zonder thermiekbel
zal leiden tot hoogtewinst. Een gewone, ongecompenseerde variometer zal deze toename
van de hoogte aanwijzen. Deze zogenoemde ‘knuppelthermiek’ maakt het beoordelen
van de sterkte van de thermiekbel en het vinden van de kern ervan in de eerste
ogenblikken vrijwel onmogelijk. Ook bij het cirkelen in een turbulente thermiekbel is het
moeilijk, zo niet onmogelijk, om de snelheid constant te houden, met als gevolg dat de
aanwijzingen van een ongecompenseerde variometer moeilijk zijn te interpreteren
b). Variometer. Compensatie door correctie van de statische druk door middel van een
TE-'venturi' of TE-buis, compensatie door correctie van het flesvolume middels de zgn
compensatie doos en de elektrische compensatie. De laatste twee maken gebruik van de
totale druk om de correctie te bepalen.
Antwoord vraag 3. Blz 147 1 mb stijging komt overeen met 8 meter. De hoogtemeter zal
dan + 80 meter aanwijzen
Antwoord vraag 4. a). kompas met vol cardanische ophanging waarin magneet zich kan
oplijnen met aardmagnetische krachtlijnen. Blz. 164
b). voordelen: geen draaiing- en versnellingsfout.
nadeel: alleen bruikbaar tussen 30e en 65e breedtegraad blz. 164
Antwoord vraag 5 ; De McCready ring bepaalt alleen de snelheid waarmee tijdens de
final glide (laatste glijvlucht naar het doel) gestoken moet worden. De final glide
computer berekent daarnaast ook de hoogte waarop de final glide moet worden begonnen
en dus het thermieken in de laatste bel kan worden beëindigd. De final glide computer
houdt daarbij ook rekening met de heersende wind. In beide gevallen wordt de
momentane (=eind)-stijgsnelheid in de laatste thermiekbel gebruikt voor de instelling. Bij
deze instelling wordt de final glide in de kortst mogelijk tijd afgelegd.