Vluchtverloop beginnende overlandvliegers

Gebruikersavatar
Jan Ritsma
Berichten: 2615
Lid geworden op: 23 sep 2009, 20:20

Vluchtverloop beginnende overlandvliegers

Bericht door Jan Ritsma » 10 mei 2011, 10:00

Otto Foelkel schrijft elders op internet:
Otto Foelkel schreef: Ooit zag ik in Beekbergen een Ka-8 driemaal achter elkaar op final zijn kleppen openen.
Het eerste final liep dwars op de wind heuvel af.
Toen de vlieger dit bemerkte sloot hij zijn kleppen en draaide 90 graden naar links.
Hij opende weer zijn kleppen, maar ontdekte nog net op tijd, dat zijn grondsnelheid wel erg hoog was.
Dan een bocht van 180 graden naar rechts om tegen de wind in te komen.
Otto raadt dan instructeurs dringend aan verplicht een logger mee te geven en vervolgt met:.
Ik voorspel je, dat je dan het volgende zult ontdekken:
1) Door de schaalverandering t.o.v. het eigen veld, wordt standaard het downwind te dicht op het veld gevlogen, wat de regelmogelijkheid op dwarswind sterk beperkt.
2) De naderingsvlucht is vrijwel altijd aan de hoge kant, om volledig uit te sluiten dat het veld niet
gehaald wordt.
Beide punten als voorbeeld van slecht vliegen op te voeren lijkt me niet sterk.

1) In het algemeen wordt aangeraden om bij een buitenlanding een verkort (krapper) circuit te vliegen (van het type waarvoor je op je club subiet een startverbod ontvangt). Immers, de vlieger is niet bekend met de omgeving en het is dan ook niet denkbeeldig dat hij met een ruim gevlogen circuit zijn oorspronkelijk gekozen landingsveldje kwijtraakt. Niet nodig te zeggen dat dit ongewenst is.

2) Het lijkt me een goed plan wat hoger binnen te komen zodat het niet halen van het veld uitgesloten is. Ook het zicht op het veld blijft daardoor beter. Als het echt nodzakelijk is om met minimale snelheid en hoogte over het hekje heen te komen is de eerste fout al gemaakt, (verkeerde veldkeuze) maar dan is het altijd nog veel beter met een minimale snelheid in de uitloop een hekje te raken dan wellicht nog vliegend op lage hoogte tegen een obstakel te crashen.
Naderhand kun je dan dit soort zaken met je leerling (ja ik weet het: hij heeft een
zweefvliegbewijs) doorspreken:
Otto weet dat de leerling zijn zweefvliegbewijs heeft maar ziet hem nog steeds als een leerling. Ik was dertig jaar motorvlieginstructeur, maar heb die neiging niet gehad. Met een zweefvliegbewijs moet de vlieger geacht worden een eigen verantwoording te hebben en over voldoende kennis en vaardigheid beschikken om zelf naderhand vast te kunnen stellen welke fouten hij heeft gemaakt en hoe hij dat in de toekomst gaat verbeteren. Niemand gaat mij vertellen, denk ik, dat de door Otto aangehaalde vlieger die op het laatste moment twee maal van veldkeuze veranderde, achteraf niet met het zweet in zijn handen heeft vastgesteld dat dat anders moest in de toekomst.
Heeft de leerling wel een verstandige veldkeuze gemaakt of lagen er velden in de buurt, die meer geschikt waren wegens hun lengte of omdat er minder turbulentieverwekkende obstakels voor, naast of achter zijn veld lagen.
Zijn de maten en de maatverhoudingen van het gevlogen circuit correct en heeft de leerling zich wel gehouden aan het pricipe, dat je je downwind altijd benedenwinds moet plannen, wanneer er sprake is van zijwind.
Kortom, er valt nog wel meer te verzinnen.
Er valt veel te verzinnen maar het merendeel van deze bovenstaande verzinsels zijn met een logger als Big Brother systeem nauwelijks of niet vast te stellen. Het is wel zo prettig eindelijk een keer verlost te zijn van de thuisclub die over je schouder meekijkt. Dat laatste kan al behoorlijk positief uitpakken.
Daarbij komt nog dat de club instructeur dan wel over de nodige expertise zou moeten beschikken. Een groot gedeelte van het instructeurscorps vliegt zelf niet of nauwelijks over land en heeft ooit met moeite zijn zilveren C-tje gehaald na 50 km worstelen.
Met een geoefende overlandvlieger of wedstrijdvlieger een keertje in de tweezitter mee levert immens veel meer op denk ik.

Plaats reactie