Het vaak lange malse gras op het zweefvliegveld van de Aeroclub Salland heeft mogelijk ook bij dit incident mede bijgedragen.Grondzwaai tijdens de start, Schempp-Hirth, Discus b, PH-806, vliegveld Lemelerveld, 9 mei 2016
Het zweefvliegtuig stond gereed op de startplaats voor een lierstart. Het toestel was afgetankt met 100 liter water in de vleugeltanks en 4 liter in de staarttank. De linkervleugel lag op een vleugelbokje om de vleugels zoveel mogelijk horizontaal te houden zodat de vleugeltanks niet zouden leeglopen. Het voornemen was een overlandvlucht te maken. Er stond een vrij krachtige wind van circa 20/35 km/uur uit het zuidoosten. De startrichting was naar het oosten. Een helper haakte de lierkabel vast aan het zweefvliegtuig. Het viel de gezagvoerder op dat hij de tip flink moest tillen om het water in de vleugel horizontaal in balans te krijgen. Nadat de kabel was strakgetrokken, voelde de gezagvoerder dat het zweefvliegtuig met een normale snelheid accelereerde. Na enkele meters rollen zakte de linkervleugeltip omlaag en raakte de grond, waarna het toestel circa 90 graden naar links draaide op zijn topas. De gezagvoerder ontkoppelde toen onmiddellijk de lierkabel. Het toestel stuiterde een paar meter opzij en rolde naar de rechterkant, waardoor de rechtertip de grond raakte. Daarna sloeg de staart tegen de grond. Na het uitstappen was er geen uitwendige schade zichtbaar. Een technicus die later het zweefvliegtuig inspecteerde, constateerde schade aan het beslag van het stabilo en het beslag op het kielvlak en de stabilo-aansluiting. De gezagvoerder bleef ongedeerd.
De gezagvoerder concludeerde dat hij de tiploper beter had moeten instrueren bij het weghelpen van een zweefvliegtuig met 100 liter waterballast in de vleugels. Een tiploper dient bij de start zo lang mogelijk met de tip aan
de hand mee te lopen. Het water in de vleugels had echter meer tijd nodig om zich gelijkmatig over beide vleugels te kunnen verdelen, zodat deze in balans waren en de tiploper alleen maar de tip hoefde vast te pakken zonder kracht daarop uit te oefenen. De gezagvoerder meldde dat na de montage van het toestel bij het instellen van de diverse instrumenten bleek dat de vluchtcomputer geen GPS-signaal ontving. Hij had de cyclus van de computer diverse keren doorlopen, echter zonder resultaat. Daarop besloot hij gebruik te maken van een externe vluchtcomputer. De gezagvoerder concludeerde dat dit hem mogelijk heeft afgeleid en de alertheid voor de startprocedure heeft beïnvloed. De betreffende zweefvliegclub heeft een intern onderzoek uitgevoerd naar de oorzaak van het voorval. De bevindingen van het onderzoek zijn aan de Onderzoeksraad ter beschikking gesteld. Deze komen overeen met de hierboven genoemde conclusie van de gezagvoerder betreffende het beter instrueren van de tiploper, die nog nooit een zweefvliegtuig met waterballast had weggeholpen. Het zweefvliegtuig kwam in onbalans en had nog onvoldoende snelheid opgebouwd zodat de gezagvoerder de situatie niet kon corrigeren. De gezagvoerder was in het bezit van een Glider Pilot Licence met de bevoegdverklaringen lieren en slepen. Hij had een totale zweefvliegervaring van ruim 800 uren (ruim 1600 starts) waarvan circa 35 uren (80 starts) op het betrokken type.
Classificatie: ernstig incident Referentie: 2016043
Ik kan mij nog twee andere gelijksoortige incidenten herinneren waarbij ik bij één daarvan persoonlijk aanwezig was. De club verkocht destijds het gras aan een boer en kon daarmee de rente voor de lening die nodig was om het veld aan te kopen betalen. Of dat nog zo is is mij niet bekend...
