VO examen dd 13 februari 2010

Plaats reactie
Gebruikersavatar
Jan Ritsma
Berichten: 2615
Lid geworden op: 23 sep 2009, 20:20

VO examen dd 13 februari 2010

Bericht door Jan Ritsma » 16 feb 2010, 10:19

In de antwoorden voor dit examen staan bij instrumenten (het enige deel dat ik tot nu toe even doorgelezen heb)een paar rare fouten.
Volgens de goden (CIV?) die dit examen afnemen geeft een hoogtemeter als de luchtdruk stijgt van 1005 naar 1015 mb plus 80 meter aan.
Mijn hoogtemeter geeft min 80 meter aan :ai:
De gele driehoek op een snelheidsmeter geeft de approach speed aan. In het antwoord gaat men over een gele boog praten en geeft daarvoor een twijfelachtige uitleg. Maar de vraag gaat niet over een gele boog dus het antwoord is gewoon fout.
Verder is een witte boog het gebied waarin flaps gegeven kunnen worden. De antwoorden hebben het over het openen van kleppen.

Hopelijk worden de opgaven door iemand nagekeken die er verstand van heeft.....

Examen plus antwoorden:
Instructeursexamen Zweefvliegen 13-2-2010
Instrumenten 30 minuten
1. a. Geef een schets en een uitleg van de werking van de pneumatische snelheidsmeter.
b. In de wijzerplaat van een snelheidsmeter komt een aantal kleurcoderingen voor.
Wat wordt aangegeven door:
-de groene boog
- de witte boog
- de gele driehoek
- de rode radiale streep
c. Wat gebeurt er met de aanwijzing ten opzichte van de werkelijke luchtsnelheid op
grotere hoogte?
d. Wat is het verschil in snelheidsmeter-aanwijzing op het moment van overtrekken
op 0 m hoogte en op 1000 m hoogt

2. a. Leg uit wat wordt verstaan onder TE en wat hier het voordeel van is.
b. Welk instrument heeft een TE compensatie en welke methode of methoden van TE
compensatie kent u?
c. Maak een schets van deze/een methode en geef daarbij een toelichting

3. ’s Ochtends start u met de ASK-21 voor een vijf-uursvlucht. (Lokaal, hoogtemeter
op QFE ingesteld). Tijdens de vlucht stijgt de luchtdruk van 1005 mb. Naar 1015 mb.
Wat wijst de hoogtemeter aan bij de landing

4. a. Beschrijf of schets de werking van een Bohlikompas.
b. Welke zijn de voor- en nadelen van dit kompas.
5. Leg uit wat het voordeel is van het gebruik van een final-glide computer ten opzichte
van een MacCready-ring bij een wedstrijd.
Antwoorden Instrumenten 13-2-2010

a) Antwoord vraag1 op blz.149
b) Witte deel = kleppen mogen worden geopend/gebruikt. (op de meeste snelheidsmeters
niet meer aangebracht).
Groene deel = veilig vlieggebied.
Gele deel = voorzichtig bij turbulent weer ivm. mogelijk zware belasting van het
zweefvliegtuig.
Rode streep = snelheid die niet mag worden overschreden. (Vne)

c) In de standaard atmosfeer neemt de luchtdichtheid rho met de hoogte af. Bij een
gegeven vliegsnelheid V ten opzichte van de lucht (= 'true airspeed TAS') neemt dus ook
de dynamische druk q = 1/2 rho V^2 af. De aangewezen luchtsnelheid is dus te laag
vergeleken met de ware luchtsnelheid
d) Het verschil is 0.

Antwoord vraag 2 Blz. 156,157,158
a.) TE = totale energie. Wanneer men bij een oversteek met vrij hoge snelheid een
thermiekbel aanvliegt moet men de snelheid verminderen, wat ook zonder thermiekbel
zal leiden tot hoogtewinst. Een gewone, ongecompenseerde variometer zal deze toename
van de hoogte aanwijzen. Deze zogenoemde ‘knuppelthermiek’ maakt het beoordelen
van de sterkte van de thermiekbel en het vinden van de kern ervan in de eerste
ogenblikken vrijwel onmogelijk. Ook bij het cirkelen in een turbulente thermiekbel is het
moeilijk, zo niet onmogelijk, om de snelheid constant te houden, met als gevolg dat de
aanwijzingen van een ongecompenseerde variometer moeilijk zijn te interpreteren
b). Variometer. Compensatie door correctie van de statische druk door middel van een
TE-'venturi' of TE-buis, compensatie door correctie van het flesvolume middels de zgn
compensatie doos en de elektrische compensatie. De laatste twee maken gebruik van de
totale druk om de correctie te bepalen.
Antwoord vraag 3. Blz 147 1 mb stijging komt overeen met 8 meter. De hoogtemeter zal
dan + 80 meter aanwijzen

Antwoord vraag 4. a). kompas met vol cardanische ophanging waarin magneet zich kan
oplijnen met aardmagnetische krachtlijnen. Blz. 164
b). voordelen: geen draaiing- en versnellingsfout.
nadeel: alleen bruikbaar tussen 30e en 65e breedtegraad blz. 164
Antwoord vraag 5 ; De McCready ring bepaalt alleen de snelheid waarmee tijdens de
final glide (laatste glijvlucht naar het doel) gestoken moet worden. De final glide
computer berekent daarnaast ook de hoogte waarop de final glide moet worden begonnen
en dus het thermieken in de laatste bel kan worden beëindigd. De final glide computer
houdt daarbij ook rekening met de heersende wind. In beide gevallen wordt de
momentane (=eind)-stijgsnelheid in de laatste thermiekbel gebruikt voor de instelling. Bij
deze instelling wordt de final glide in de kortst mogelijk tijd afgelegd.
Laatst gewijzigd door Jan Ritsma op 10 mei 2010, 09:44, 2 keer totaal gewijzigd.

Gebruikersavatar
Jan Ritsma
Berichten: 2615
Lid geworden op: 23 sep 2009, 20:20

Re: VO examen dd 13 februari 2010

Bericht door Jan Ritsma » 16 feb 2010, 12:16

Wat de witte boog betreft: in een Nederlands theorieboekje schijnt dat ook verkeerd te worden uitgelegd. Kennelijk heeft de schrijver van dat boek problemen met flaps en kleppen. Vervolgens lijkt het er op dat dit klakkeloos door een examencommissie voor instructeurs wordt overgenomen. Dat de betreffende examinator echt geen flauw idee heeft waar het over gaat, valt op te maken uit de opmerking dat "bij de meeste snelheidsmeters deze boog niet meer is aangebracht". Wat ik daaruit opmaak is dat de meeste vliegtuigen waar de man mee te maken heeft, geen flaps hebben. Bij vliegtuigen met flaps is de witte boog verplicht.
Eén en ander is hier na te lezen.

Gebruikersavatar
Jan Ritsma
Berichten: 2615
Lid geworden op: 23 sep 2009, 20:20

Re: VO examen dd 13 februari 2010

Bericht door Jan Ritsma » 16 feb 2010, 13:03

Jaques schrijft in een ander forum:
Verder vind ik het erg kort door de bocht, Jan, om op basis van één onderdeel (waar aanwijsbaar één fout in staat +/- 80 m) te veronderstellen dat de antwoorden niet veel voorstellen. Temeer omdat je op je eigen site zelf aangeeft maar één onderdeel van het examen te hebben bekeken...............
Ik had alleen het examen instrumenten vluchtig doorgelezen. Daar vind ik in de antwoorden niet één fout maar drie op een totaal van ongeveer 14 vragen. Dan ga ik twijfelen aan het kennisniveau van examinatoren die kennelijk toekomstige instructeurs het examen mogen afnemen :eek: . Jaques vindt dat kort door de bocht, ik niet. Als we onze "zelfregulering" in de zweefvliegerij willen behouden dan zullen er echt hogere eisen aan het kader moeten worden gesteld. Wat zijn die eisen eigenlijk voor een examinator die instructeurs examens mag afnemen?

Gebruikersavatar
Jan Ritsma
Berichten: 2615
Lid geworden op: 23 sep 2009, 20:20

Re: VO examen dd 13 februari 2010

Bericht door Jan Ritsma » 16 feb 2010, 19:13

Voor de eisen van examinator voor zweefvlieginstructeurs word ik verwezen naar http://www.brevet.aero/brevetten-zweefv ... nreglement. Punten 2.4 en 2.6

Kortom, een aankomend zweefvlieginstructeur wordt geexamineerd door een zweefvlieginstructeur.
Of daarmee op den duur het kennisniveau gewaarborgd is is de vraag. Immers, een collega zweefvlieginstructeur staat niet boven de stof, tenzij hij dat door zelfstudie bereikt.
Toen ik examen deed voor zweefvlieginstructeur werd ik geexamineerd in constructie van zweefvliegtuigen door Piet Vlees en voor wetten door Jaap Aalmoes. Dat waren specialisten op hun eigen terrein.
Voor een allround examinator voor zweefvlieginstructeurs lijkt mij theoretische kennis op B3 niveau wel de laagste eis. Eigenlijk zou er per vak een gespecialiseerde examinator moeten zijn.

Jan de Hulster
Berichten: 630
Lid geworden op: 28 okt 2009, 13:19

Re: VO examen dd 13 februari 2010

Bericht door Jan de Hulster » 16 feb 2010, 21:37

Jan Ritsma schreef:Voor de eisen van examinator voor zweefvlieginstructeurs word ik verwezen naar http://www.brevet.aero/brevetten-zweefv ... nreglement. Punten 2.4 en 2.6

Kortom, een aankomend zweefvlieginstructeur wordt geexamineerd door een zweefvlieginstructeur.
Of daarmee op den duur het kennisniveau gewaarborgd is is de vraag. Immers, een collega zweefvlieginstructeur staat niet boven de stof, tenzij hij dat door zelfstudie bereikt.
Toen ik examen deed voor zweefvlieginstructeur werd ik geexamineerd in constructie van zweefvliegtuigen door Piet Vlees en voor wetten door Jaap Aalmoes. Dat waren specialisten op hun eigen terrein.
Voor een allround examinator voor zweefvlieginstructeurs lijkt mij theoretische kennis op B3 niveau wel de laagste eis. Eigenlijk zou er per vak een gespecialiseerde examinator moeten zijn.
Jan ik ook door beide heren.
Daarnaast waren er wel meer RLD specialisten van bv de RLS (destijds , nu dus KLS) uit Eelde.
Sinds ca. 1986 zijn de RLD examinatoren langzaam aan vervangen door LCO's
(De RLD/NLA. later IVW begon steeds meer te dereguleren)
Zo ca. 1995 (?) waren er nauwelijks nog examinatoren van de "oude" RLD/NLA club.

De VO examinatoren hebben wel 6 jaar instructie bevoegdheid, minimaal 3 man met succes opgeleid in de praktijk tot instructeur als mentor.
Daarnaast behoren ze de theorie meer dan gemiddeld te beheersen.

De theorie stof staat m.i. goed beschreven op de CIV website.
(De vakken zijn vaak inhoudelijk al in 1984 beschreven door meestal ingenieurs. Recentelijk is bv Aerodynamica nog door o.a. Loek Boermans na gelopen)
De praktijk stof voor het VO examen ook.

Ik zou zelf gaan voor B1, B2 al heet dat tegen woordig ook anders..... :hilarius:

Jan.
Laatst gewijzigd door Jan de Hulster op 17 feb 2010, 09:12, 1 keer totaal gewijzigd.

Gebruikersavatar
Jan Ritsma
Berichten: 2615
Lid geworden op: 23 sep 2009, 20:20

Re: VO examen dd 13 februari 2010

Bericht door Jan Ritsma » 16 feb 2010, 22:13

Jan de Hulster schreef:
De VO examinatoren hebben wel 6 jaar instructie bevoegdheid, minimaal 3 man met succes opgeleid in de praktijk tot instructeur als mentor.
Daarnaast behoren ze de theorie meer dan gemiddeld te beheersen.
Dat vind ik voor het examineren van zweefvlieginstructeurs onvoldoende.
Als iemand zes jaar een instructiebevoegdheid heeft dan zegt dat niets over zijn theoretische kennis.
Hoe wordt dat overigens vastgesteld of die theoretische kennis van een examinator "boven gemiddeld"is?

De theorie stof staat m.i. goed beschreven op de CIV website.
(De vakken zijn vaak inhoudelijk al in 1984 beschreven door meestal ingenieurs. Recentelijk is bv Aerodynamica nog door o.a. Loek Boermans na gelopen)
De praktijk stof voor het VO examen ook.
Als Loek dat heeft nagelopen zit het wel goed. Als je hem ook kan strikken voor het opstellen van examenvragen en antwoorden voor aerodynamica (instructeursexamen) dan zit het nog beter...
Ik zou zelf gaan voor B1, B2 al heet dat tegenwoordig ook anders..... :hilarius:

Jan.
Tja, op het gebied van de wetgeving is erg veel veranderd. De RLD (die noem ik net als Frank Versteegh nog vaak zo) heeft zich zelf nog een tijdje "de nederlandse luchtvaartauthoriteit" genoemd. Zo namen ze zelfs de telefoon op. Ik kon niet helpen dat ik in de lach schoot.....
Maar on topic, dat een zweefvliegbewijs examen door een instructeur wordt afgenomen, daar kan ik me wat bij voorstellen. Maar een instructeursexamen....... Daar heb je toch echte specialisten voor nodig. Misschien is het allemaal gewoon modern, de pabo studenten kunnen immers ook niet meer rekenen, maar de zweefvliegerij hoeft die trend niet te volgen. Deze manier van examen afnemen is duidelijk een degeneratie.

Jan de Hulster
Berichten: 630
Lid geworden op: 28 okt 2009, 13:19

Re: VO examen dd 13 februari 2010

Bericht door Jan de Hulster » 17 feb 2010, 09:21

Gelukkig heb ik me destijds in 1988 en 1989 BEWUST door de volledig onafhankelijke RLD gecommiteerden laten beoordelen.
En NIET door het destijds sinds 1985 ingevoerde LCO stelsel.
(Beide examinerings instituten hebben een aantal jaren parallel naast elkaar gefunctioneerd. namenlijk)

Maar ja zoals gezegd de toemalige RLD-ers zijn uitgefaseerd en we zitten nu met het LCO systeem.

NB: Overigens was de RLD ook niet perfect.
Een Voorbeeld op theorie gebied is b.v. geweest:
TOT 1 oktober 2004, dus tot die datum, stond er qua kennis beschreven door de (RLD)/IVW in de examenvakken voor het vak Aerodynamica het volgende:

Aerodynamica: Eerst weten dan Zweven 3e druk!
Sinds 1984 was er toen al het boek theorie van het Zweefvliegen ingevoerd.

Ach met EASA wordt het vast wel weer beter of anders, we zien wel.

Jan.

Gebruikersavatar
Jan Ritsma
Berichten: 2615
Lid geworden op: 23 sep 2009, 20:20

Re: VO examen dd 13 februari 2010

Bericht door Jan Ritsma » 11 mar 2010, 11:07

Misschien wordt het in de toekomst dus beter.
Dat neemt niet weg dat het kwalijk is dat het zover heeft kunnen komen.
De keuze van aspirant instructeurs lijkt bij vele clubs hoofdzakelijk een politieke.
Een vrind van mij belde mij twee jaar geleden op met de mededeling dat hij door de chef-instructeur van zijn club gevraagd was voor de functie van instructeur. Hij had drie jaar daarvoor zijn zweefvliegbewijs gehaald........
Verder liet hij weten dat hij nog een overlandje moest maken want hij wilde graag meedoen met de juniorenwedstrijden maar voldeed daarvoor nog niet aan de ervaringseisen :eek:

Dit zijn toestanden waarop een cabaretier zijn conference bouwt. :grin:

Verder valt het mij op dat in de laatste tien jaar bij zware ongevallen met lichamelijk letsel en zelfs dodelijke afloop zweefvlieginstructeurs oververtegenwoordigd zijn.

Jan de Hulster
Berichten: 630
Lid geworden op: 28 okt 2009, 13:19

Re: VO examen dd 13 februari 2010

Bericht door Jan de Hulster » 24 mar 2010, 20:32

Jan Ritsma schreef:Misschien wordt het in de toekomst dus beter.


Verder valt het mij op dat in de laatste tien jaar bij zware ongevallen met lichamelijk letsel en zelfs dodelijke afloop zweefvlieginstructeurs oververtegenwoordigd zijn.
De CIV is zich daarvan ook bewust:
Zie:
https://docs.google.com/leaf?id=0B0qpFL ... NiOTBjYjU3
Sheet 4 over mentoren.

Daarnaast zijn er de afgelopen 30 jaar inderdaad zeker een 10- tal ernstige/zelfs dodelijke andere ongevallen geweest met instructeurs.

Plaats reactie