De sportbond Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart heeft excuus aangeboden voor het intrekken van een in 2014 gevlogen Nederlands zweefvliegrecord.
Het record dat aanvankelijk werd erkend, werd enkele dagen na de ratificatie door de KNVvL weer ingetrokken, omdat
achteraf zou zijn gebleken dat het record voor de vlucht niet gedeclareerd was. De vlieger protesteerde, maar de KNVvl reageerde niet.
De vlieger stapte uiteindelijk naar het instituut sportrechtspraak (ISR) dat door de KNVvL aanvankelijk ook werd genegeerd.
Uiteindelijk kwam het in 2016 tot een uitspraak van de ISR arbiter, die de sportbond in het gelijk stelde.
Het ISR stelde in het vonnis nadrukkelijk dat het niet onderzocht had of het record volgens het reglement gevlogen was.
Een negatieve beoordeling van een populair computerprogramma was voor het ISR voldoende om de sportbond in het gelijk te stellen.
Het overlegde schriftelijke bewijs (declaratie) werd door het ISR afgedaan met de phrase dat het in dit digitale
tijdperk niet ongebruikelijk was om aan schriftelijk bewijs voorbij te gaan.
De voorzitter van het hoofdbestuur van de KNVvL, mr. dr. R. Schnitker, gaf eind 2016 opdracht de zaak opnieuw
te bekijken. Bij dit nieuwe onderzoek kwam de KNVvL tot de conclusie dat het record
ten onrechte was ingetrokken en heeft de vlieger daarvoor exuus aangeboden.
Omdat de vlieger inmiddels het record met succes nogmaals had gevlogen was het niet nodig alsnog de recordlijst te veranderen.
In zijn commentaar benadrukt de vlieger de in zijn ogen zeer kwalijke rol van het Instituut SportRechtspraak dat de plank in deze zaak volledig missloeg en de bond blindelings in het gelijk stelde.
Zie voor details in deze zaak:
Pseudorechtspraak in de sportwereld
Een uitgebreid artikel in "sportknowhowxl" vindt U
HIER
Zie ook
de excuusbrief van de KNVvL